Verhalen die ons raken


Ilse:

Een paar keer per jaar zeg ik het.
Hardop tegen anderen en zachtjes tegen mezelf.
Ik zou toch echt wat meer met LinkedIn moeten doen...
Afgelopen week deed ik dat ook echt.
Hup, nieuwe foto erop (die oude kon echt niet meer, ben inmiddels wel wat jaartjes verder...),
tekst en loopbaan aanpassen en kijk, daar ben ik weer!
Na een beetje posts lezen, filteren, wat reageren en wat liken kwam ik dit bijzondere verhaal tegen!
Mensen die delen, leven met velen!


“Giving while living:

Chuck Feeney, die man die ooit een vermogen van 9 miljard dollar had, is officieel blut.
Sinds 1982 probeerde hij zijn enorme vermogen kwijt te raken en gaf hij zijn geld uit aan allerlei goede doelen.
Forbes meldt nu dat het Feeney eindelijk is gelukt.
Afgelopen maandag schonk hij zijn laatste centen en hief hij in een korte ceremonie zijn filantropische organisatie op.

De 89-jarige Amerikaan van Ierse afkomst,
werd steenrijk met de verkoop van de aandelen van zijn bedrijf Duty Free Shoppers,
dat wereldwijd ruim 400 vestigingen heeft. De verkoop leverde hem 9 miljard dollar op.

Het is veel leuker om te geven terwijl je leeft, dan om te geven terwijl je dood bent.
Feeney, die opgroeide in een eenvoudig gezin,
leerde naar eigen zeggen van zijn moeder dat delen het beste recept voor geluk was.

Daarom gaf hij sinds de jaren 80 geld aan uiteenlopende doelen als de bestrijding van racisme,
medicijnontwikkeling en armoede.
Ook investeerde hij wereldwijd in onderwijs, technologie,
politieke campagnes, sociale doelen, vredesprocessen en mensenrechten.
Zijn liefdadigheidsorganisatie, de Atlantic Philantropies,
had meer dan 300 werknemers in dienst in tien kantoren over de hele wereld.

"Ik zie weinig reden om het geven uit te stellen als er zoveel goeds kan worden bereikt door goede doelen te steunen.
Bovendien is het veel leuker om te geven terwijl je leeft dan om te geven terwijl je dood bent",
vertelde Feeney aan Forbes.
Warren Buffett en Bill Gates, beiden miljardair en filantroop,
zeggen dat Feeney hen geïnspireerd heeft om geld weg te geven en noemden hem "hun held en rolmodel".

Feeney hoeft zijn laatste levensdagen overigens niet in armoede te slijten.
Hij heeft nog een spaarpotje van zo'n 2 miljoen dollar pensioengeld achter de hand,
hoewel hij erom bekend staat niet veel geld aan zichzelf uit te geven.
Zo woont hij in een eenvoudig appartement en vliegt hij altijd economy class.
"We hebben veel geleerd. We zouden sommige dingen anders doen, maar ik ben zeer tevreden.
Het voelt erg goed om dit af te ronden", zegt Feeney.
"Ik dank iedereen die met ons op deze reis is meegegaan.

En voor degenen die zich afvragen of je moet geven tijdens leven: probeer het, je zult het leuk vinden."

#gevenisleuker ;-)

 


Mascha:

Ik ben niet zo’n goede, zeg gerust zeer slechte sociale-media-er.
Hoewel ik toch uit een heuse bakkersfamilie kom, bak er niks van.
En heel eerlijk; ik wíl er eigenlijk niks van bakken.
Werd ik in 2014 nog met een warm welkom door mijn Facebook-vrienden onthaald,
anno 2020 is er weinig over van onze ooit, innige virtuele vriendschappen.
'T is m’n eigen schuld, heb ze stuk voor verwaarloosd die vrienden, ik weet het.
Dit is dan ook niet ‘het verhaal dat me raakt’.
Het verhaal dat me raakt is het laatste stukje dat ik in 2016 op mijn Facebook-pagina heb geplaatst:

“Wij – Wij:

Job (12) kent de woorden kut- Marokkaan, kankerlul en aandachtshoer niet.
Een hoofddoek zet geen kwaad bloed bij hem.
Die zal hij leuk vinden omdat je eraan kan trekken.
Kroeshaar kriebelt tegen zijn hand en glad haar wil hij aaien. Jop raakt mensen graag aan.

Racisme is hem vreemd. Vooroordelen kent hij niet.
Gaat thuis de bel, dan roept hij ‘mama opendoen’.
Jop is nieuwsgierig en verwelkomt iedereen.
Niks wij-zij. Gezellig wij-wij. Hij vindt mensen leuk en lief tot het tegendeel bewezen is.
Job zal je nooit op je verleden pakken, hooguit pakt hij je hand.
Job snapt niet wat een homo is laat staan wat hetero betekent.
Hij maakt evenmin onderscheid tussen dik, dun, rijk, arm, tokkie of elite.
Job kijkt op niemand neer- vanuit zijn rolstoel kijkt hij altijd omhoog.
Aan zijn hemel staat de zon of het regent.
Job zegt sorry, als hij je pijn hebt gedaan.
Dankjewel als je hem helpt.
En toont belangstelling door te vragen:‘Hoe is het met jou?’

Kijkt hij voetbal op televisie dan juicht hij bij ieder doelpunt, ongeacht de club-kleuren.

Job is kampioen in het delen van blijdschap.
Het veld op stormen zou hij niet kunnen – vanwege die rolstoel.
Spelers van de tegenpartij slaan al helemaal niet; hij heeft een lage spierspanning.
Het is dat krakkemikkige lijf waardoor hij bijna niks kan.

Job moet altijd wachten.
Op eten, op gezelschap, op de taxi, op een nieuwe rolstoel, op iemand die zijn luier verschoont.
Toch voelt hij zich nooit tekort gedaan, zal nimmer klagen.
Wijst niet verongelijkt naar mensen die het beter hebben en is onbekend met de begrippen jaloezie,
misgunnen en kwaadspreken.
Liever zingt hij een liedje.
Job geeft niet anderen de schuld en wenst niemand dood op sociale media.


En dan noemen we hem verstandelijk beperkt.“


Zullen we anders allemaal een beetje meer op Job gaan lijken?

* We'll never share your email with anyone else.
Invoice
Mijn account
You are not logged in. Log in to make use of all the benefits. Or create an account now.
Winkelwagen
Uw winkelwagen is leeg
Menu
Zoeken
Search suggestions
Geen producten gevonden...
Wij slaan cookies op om onze website te verbeteren. Is dat akkoord? Ja Nee Meer over cookies »